Mai 02, 2023
Utagawa Hiroshige (1797-1858) was een prentkunstenaar tijdens de 19e eeuw. In de circa veertig jaar dat hij actief was heeft hij een enorme hoeveelheid houtdrukken gemaakt, zeker 4700 verschillende ontwerpen. Hoewel hij zich met verscheidene genres bezighield, zoals vogeltjes en bloemen, mooie vrouwen, komische taferelen, en krijgers, was hij bovenal een meester van de landschappen, zoals deze winterscène. De prent komt uit de serie Honderd Beroemde Gezichten op Edo, Hiroshige’s laatste en meest ambitieuze project. De prenten waren zo populair dat de uitgever het niet heeft gehouden bij de beloofde honderd, maar Hiroshige en zijn studio nog eens negentien extra ontwerpen heeft laten maken, waardoor de hele serie samen met het titelblad is uitgekomen op maar liefst honderd-en-twintig prenten. Edo is de oude naam van de hoofdstad van Japan, die in 1868 werd omgedoopt tot Tokio. Een van de leuke aspecten van Hiroshige´s stadsgezichten is dat ze voor de moderne toeschouwer een soort lens zijn die je anderhalve eeuw terug in de tijd kan laten kijken. Dankzij een lange geschiedenis van branden, aarbevingen, en oorlog, is van het oude Edo tegenwoordig namelijk weinig te herkennen wanneer je Tokio bezoekt. Vergelijk Hiroshige´s prenten maar eens met recente foto’s. Van Shibuya, vandaag ’s werelds drukste kruispunt waar op sommige momenten maar liefst 3.000 voetgangers tegelijk oversteken met groen licht, is zelfs niet eens een prent te vinden, omdat dat destijds slechts bestond uit onbeduidend grasland en hier en daar een enkele samoeraivilla.
Maar hoewel Hiroshige’s prent voor de moderne toeschouwer oogt als een romantisch, maar vrij normaal winterlandschap, zijn er allerlei bijzonderheden direct te herkennen voor de Edokko, “het kind van Edo” zoals de geboren en getogen bewoners zichzelf noemden. De Taikobashi, de brug die je hier ziet, was een zeldzaam aanzicht in de Edo-periode. Sterker nog, het was destijds de enige stenen brug in heel Edo! Geschikt gesteente om mee te bouwen was namelijk een zeer zeldzame grondstof in Japan, daarom werden de meeste gebouwen en bruggen doorgaans gemaakt van hout. Steden zoals Edo waren dan ook bijzonder brandgevoelig. Dat wist Hiroshige, die uit een familie van brandweerlieden kwam, maar al te goed. De stenen Taikobashi was ontworpen door een Chinese monnik genaamd Mokujiki (d. 1695) en gebouwd met de financiële hulp van koopmannen. Deze monnik was waarschijnlijk uitgenodigd uit de havenstad Nagasaki, waar de Chinese handelspost zich bevond. In Nagasaki hadden Chinese monniken, gevlucht uit de ineenstortende Ming-dynastie, in 1634 geholpen met het bouwen van een stenen brug met een brugpijler en dubbele overspanning, de eerste van Japan, dankzij de technologieën die de Chinezen met zich meebrachten. Het is geen willekeur dat het monniken waren die bruggen kwamen bouwen in Japan, dit had namelijk religieuze lading. In China waren al sinds de oudheid monniken betrokken bij het aanleggen van bruggen omdat dit in Boeddhisme gezien werd als een goede daad; in Japan was ‘de overkant van de rivier bereiken’ een metafoor voor het bereiken van verlichting (higan). Een interessante parallel is te vinden in Europa, waar sinds de tijd van de Romeinen religieuze leiders worden aangeduid met pontifex, “bruggenbouwer”. De monniken in Nagasaki sloegen na de eerste brug wel een beetje door, want er zijn daar in totaal vijftien bruggen over hetzelfde kleine stukje rivier gebouwd. Overigens zijn de Hollanders, het enige andere volk met een handelspost in Nagasaki, in 1649 ook door de Japanners gevraagd of zij een brug wilden bouwen, ditmaal in Westerse stijl. De Hollanders hebben echter vriendelijk bedankt.
De Taiko-brug (Taikobashi) heeft deze naam te danken aan haar bijzondere vorm. Taikobashi vertaalt letterlijk naar “Trommel-brug” en samen met de reflectie die in het water verschijnt lijkt deze op een perfect ronde taiko. De taiko is een traditionele Japanse trommel waar men op slaat met grote zware stokken om opzwepende muziek te maken. Een van de stenen bruggen in Nagasaki, waarvan Hiroshige’s leerling Hiroshige II ook een prent heeft gemaakt, kent een soortgelijk verhaal: deze heet de Meganebashi, ofwel “Brillen-brug,” en wordt vandaag nog steeds gebruikt om de rivier over te steken.
Wanneer de Edokko de Taiko-brug op de prent ziet, zal hun blik al snel vallen op het dak van het anderzijds anonieme huis rechts vooraan, en zal hen het water in de mond lopen. Hier stond namelijk het theehuis Shōgatsuya (正月屋), waar misschien wel de beste shiruko-mochi van de stad te krijgen was. Shiruko-mochi (sommige varianten bekend als zenzai) is een zoet azukibonensoepje (o-shiruko) met daarin een rijstcake (mochi).
Deze soep werd warm geserveerd en was vooral populair tijdens de strenge Japanse winter; het is dan ook onwaarschijnlijk dat de figuren die hier de besneeuwde brug oversteken dat deden zonder eerst even op te warmen bij de Shōgatsuya. Het theehuis is ook afgebeeld in Hasegawa Settan’s (1778–1843) illustratie van de Taiko-brug in Geïllustreerde Gidsen van Beroemde Plekken in Edo (Edo meisho zue, 1834–1836), een reeks enorm populaire stadsgidsen van Edo waar Hiroshige vaak inspiratie uit haalde. Een uithangbord van het theehuis verkondigt hun specialiteit, shiruko-mochi 志るこ餅. Binnen is iemand van de lekkernijen van het Shōgatsuya-theehuis aan het genieten, terwijl twee anderen naar binnen worden gelokt, ongetwijfeld door de zoete geur van een grote pot met shiroku.
Zelf eens shiruko maken? Er zijn tal recepten op het web te vinden, zoals deze: