Verhalen van Hedendaagse Galante Mannen
Titel | Kasagawa Higezō Kasagawa Higezō 笠川髭藏 |
Serietitel | Verhalen van Hedendaagse Galante Mannen 近世侠義傳 |
Kunstenaar | Tsukioka Yoshitoshi 月岡芳年 (1839–1892) |
Datum | 10/1865 |
Uitgever | Iseya Kisaburō (Man’yōdō) 伊勢屋喜三郎 (万葉堂) |
Houtsnijder | Ōta Tashichi 太田多七 |
Plaats | Edo |
Signatuur | Kaisai Yoshitoshi hitsu 魁齋芳年筆 |
Kunstenaarszegel | paulownia |
Censuurzegel(s) | aratame, Ox 10 改丑十 |
Uitgeverszegel(s) | Nantenma 2 Ise-Ki 南てん馬二いせ喜 |
Houtsnijders- (en/of drukkers-)zegel | hori Ōta Tashichi 彫太田多七 |
Inscriptie | 父は播刕の浪人䌓瀬何某母は笠川の百姓与兵エが娘なり幼なして孤となり祖父与兵エが養育にて成人活達にして勇気羣に抜華近世一個の侠客たり髭藏未だ福松とよびし頃小美川の滴流馬髭藏が土場を荒し一端大河へ沈められしが命助り再度件土場に至りて悪口す鏑流馬彼が大膽なるを賞し養子なし䌓瀬髭藏と呼なしけり或時笠川の市中を放牛猛狂ひて衆人をなやみしければ髭藏やがて馳来り牛の隂嚢をはたと蹴りへしひなむを透さず拳をかため頭上を續きて打たりしがさしもの猛牛二ヶ処の窮所に㞍込なすを端綱を結びて持王にわたせしは巴提使武松が怪力に比すとも耻るところあらん。その後髭藏諏訪の社内に角力を催せしをり捨五郎と不和になり。たがひに呉越の思ひをなし白刃を交る事数回なりとぞ [Kasagawa Higezō = Sasagawa Shigezō] Zijn vader was een rōnin, ene Iwase uit de province Harima [hedendaagse prefectuur Hyōgo] en zijn moeder was de dochter van Yohei, een boer uit Kasagawa [= Sasagawa, hedendaagse prefectuur Chiba]. Al op jonge leeftijd werd hij een wees en zijn opa Yohei heeft hem opgevoed. Als jonge volwassene ging hij bij de Yūki-bende [“Bende van Moed”) waarin hij excelleerde als een ware kyōkaku [ruige maar nobele sterke man] van deze tijd. Toen Higezō [= Shigezō] nog de naam Fukumatsu droeg sloeg hij een keer de gokhal van Yabusame Higezō [= Yabusame Shigezō] bij Omigawa kort en klein in een razernij, waarop hij vervolgens in de rivier werd gegooid [gewikkeld worden in een rieten mat en de rivier in gegooid worden was destijds een lynchmethode]. Maar toen hij aan de dood ontsnapte en rechtstreeks terugging naar de gokhal om ze daar de huid vol te schelden kon Yabusame zijn lef [daitan 大膽 = letterlijk ‘grote galblaas’] wel waarderen en besloot hem te adopteren, waarna hij bekend kwam te staan als Iwase Higezō. Ooit op een dag, toen midden op de markt van Kasagawa een woeste losgeslagen stier een ravage aanrichtte kwam Higezō aangerend. Hij gaf het dier een enorm harde trap in de ballen en zonder ook maar een moment te verliezen balde hij zijn vuist en begon vervolgens hard in te slaan op de kop van de woeste stier. Terwijl het beest versuft en geschrokken was bond hij een halster om de kop van het beest en bracht deze terug naar zijn eigenaar. Hij heeft daarmee een kracht vertoond die Hadesu en Bushō in verlegenheid zou brengen [Kashiwade no Hadesu, fl. 6e eeuw, beroemd om het doden van een tijger in Korea, en Bushō (C: Wu Song), een van de 108 helden uit De Legende van de Waterkant (Suikoden), die in het verhaal ook een tijger doodt]. Later organiseerde Higezō op de gronden van de Suwa-schrijn [Suwa Daijin in Sasagawa] een sumo-competitie. Met het conflict met Sutegorō [= Iioka no Sukegorō] werden zij bittere vijanden [goetsu 呉越] en kruisten meerdere keren de degens. Geschreven door Sansantei Arindo [= Jōno Saigiku, 1832–1902] |
Techniek & materiaal | Houtdruk; meerkleurendruk; inkt op papier |
Formaat | ōban |
Objectnummer | SH2018-DM-138 |
Credit line | Schenking Muck en Mieke Douma |
Herkomst | In april 2018 geschonken aan Japanmuseum SieboldHuis door Muck en Mieke Douma |
Verhalen van Hedendaagse Galante Mannen is een serie van 36 ontwerpen die Yoshitoshi vroeg in zijn carrière heeft gemaakt. De set draait om twee rivaliserende gokbendes die tot een bloederig conflict kwamen in de jaren 1840, in het gebied rondom de monding van de Tone-rivier in het noordoosten van de hedendaagse prefectuur Chiba. De twee bendeleiders (oyabun) waren Iioka no Sukegorō (1792–1859) en Sasagawa no Shigezō (1810–1847), hun namen afgeleid van hun territoria rondom Iioka-strand en de Sasa-rivierbedding. In de teksten, geschreven door fictie-schrijver Sansantei Arindō (ookwel Jōno Saigiku, 1832–1902), hebben de twee rivalen de pseudoniemen Sutegorō en Higezō gekregen om zo de censuur te omzeilen. Hun vete duurde voort voor een aantal jaren totdat Sukegorō een trawant eropuit stuurde en Shigezō liet vermoorden in 1847, op zo'n achterbakse manier dat zelfs sommigen van zijn volgers (kobun) het afkeurden. Een klein groepje van Shigezō's kobun, waaronder zijn opvolger Seiriki no Tomigorō (soms geschreven als Tamigorō, echte naam Shibata Sasuke, 1817?–1849), wilden hem wreken en vielen in 1849 Sukegorō aan, maar zonder succes en Tomigorō pleegde zelfmoord toen hij omsingeld was door Sukegorō's handlangers. Dat lijkt het conflict grotendeels beëindigd te hebben. De bendeoorlog was zo grootschalig dat het veel aandacht kreeg van de bevolking van Edo en het deed hen denken aan de grote samoerai-strijden van vanouds. Het werd al snel onthaald als de "Suikoden van het Tenpō-tijdperk" door professioneel verhaalverteller (kōdanshi) Takarai Kinryō I. Daarmee refereert hij naar het enorm populaire Chinese boek Suikoden (Water Margin) dat gaat over 108 heldhaftige bandieten die de corrupte ambtenaren tarten. De Edo-bevolking was dol op ruige krachtpatsers die zich weinig aantrokken van autoriteit, en niet veel later werd een kabuki-toneelstuk in Edo uitgevoerd dat was gebaseerd op deze gebeurtenis, waarin de gokbazen en hun handlangers werden neergezet als overdreven sterke, ruige, maar nobele personages. Ook in Yoshitoshi's ontwerpen vertonen de mannen bovenmenselijke krachten, terwijl de teksten van Sansantei hun galanterie en goedaardigheid benadrukken.
Hier is Sasagawa Shigezō (echte naam Iwase Shigezō, hier onder het pseudoniem Kasagawa Higezō) aan het worstelen met een woeste stier en staat op het punt het beest een flinke dreun te verkopen. De tekst geeft enige toelichting over het leven van Shigezō, inclusief het voorval met de stier (zie Inscriptie).